Sébastien Capouet
Sébastien Capouet neemt deel aan deze tentoonstelling met schilderijen en foto’s die hij op gelijke voet benadert. Voor beide disciplines gebruikt hij de generieke term Tableau. Hij beweegt zich continu heen en weer tussen schilderkunst en fotografie, en elk gebruikte media stelt de andere in vraag en breidt deze ook uit.
Beide opereren op basis van zowel een moment van samenstelling als een moment van opname. Ze functioneren volgens verschillende modaliteiten maar ze zijn fundamenteel aan elkaar gebonden en streven hetzelfde na: het schilderij als prestatie van het zicht. Sébastien Capouet snijdt deze visuele structuur aan als het podium en als bodem voor een veelheid aan zowel lichamelijke als geestelijke ondervindingen, maar ook en vooral als een ervaring van het geheugen.
Het geheugen als werkende machine
De totstandkoming van deze schilderijen komt niet voort uit een onderzoek over een bepaald onderwerp, zoals men dat voor een documentaire zou doen, of een specifiek verhaal. Ze worden geboren uit de herinnering aan een plaats en de zintuiglijke en denkbeeldige ervaring daarbij: de fysieke confrontatie met een landschap, de symbiose die eruit voortvloeit en de immateriële sporen die zich in het geheugen nestelen. De kunstenaar tracht dan een reconstructie en heractualisatie van deze sporen doorheen verschillende stadia na te streven;
de reis, de verwekking van een fictief persoon, de fotografische opnames, het klassement, de ontwikkeling van een database van beelden en patronen, de virtuele constructie van het doek en tot slot de realisatie ervan. Zowel in de foto’s als in de schilderijen is het digitale altijd aanwezig in het werkproces van Sébastien Capouet. Hij gebruikt de mogelijkheden van vermenigvuldiging en smeedbaarheid van de technologie om toegang te krijgen tot een diep bedolven geheugen en imaginaire wereld.
De schilderij-foto
Er worden snel na elkaar veel opnames van het personage gemaakt, vanuit verschillende hoeken, wat een grote hoeveelheid aan beelden genereert. Sommige worden zorgvuldig uitgekozen en afgedrukt. Het gebruik van zwart-wit heeft de eigenschap te functioneren als een stoomwals die de vlakheid van de afbeelding versterkt en dus de verankering en de integratie van het personage in het landschap accentueert. Zo vervaagt het onderscheid tussen de vlakken langzaamaan. Het grote formaat draagt eveneens bij aan een andere verhouding tot de werkelijkheid.
Het gefotografeerde object rekt zich uit en spreidt zich over een tastbare oppervlakte die soms erg lijkt op een geschilderde ruimte, soms tot in het abstracte toe. De scherpte van de beelden, hun schilderachtigheid, en de bijzondere beeldinstelling veroorzaken een verlies van fysieke en tijdelijke oriëntatiepunten waarin het dierlijke, het plantaardige, het minerale, de grootsheid van het landschap en de minieme details van het gesteente in elkaar overlopen. Het is een werk aan de oppervlakte die getuigt van een getransformeerd gezichtsveld.
Het boek-object
Een bredere selectie van beelden is samengebracht in een boek-object. De oorsprong hiervan ligt in de intentie om een denkbeeldige grondslag te delen en laat een quasi onbegrensd spel van associaties en formele en visuele combinaties toe. Er ontstaat een vermenigvuldiging van analoge verbanden als een spel van ontmoetingen tussen dingen van diverse afkomst die zich met elkaar combineren of samensmelten waar ze zich begrenzen.
De realisatie benadrukt een fictief proces van tijdelijkheid, waarvan de duur zo lang is als een verzonnen ogenblik, bedacht aan de hand van gemengde gebeurtenissen en momenten. Het principe van groepering van opeenvolgende plooien laat een grote diversiteit aan formuleringen toe en nodigt de lezer-kijker uit om zijn eigen fictie te creëren.
Het ‘tableau-peinture’
Het geheel aan fotografische beelden roept ontcijfering en een werk van sedimentatie op. Voor de kunstenaar gaat het erom de toestroom van beelden tot zich te nemen en te verwerken in een proces van ontleding. Met andere woorden, het gaat erom verschillende waarnemingswijzen en de manieren waarop elk beeld zich laat zien, te begrijpen, om vervolgens de actievormen te bevatten die zich laten projecteren. Gedurende lange tijd heeft de kunstenaar een waar inventaris van picturale tekenen samengesteld: motieven, silhouetten uit fotografische beelden, vlekken, profielen van objecten, krabbels, monotypes ... die elk op hun beurt gefotografeerd zijn en opgeslagen in de computer. Een virtuele database als een ‘prothetisch geheugen’ die hem vervolgens toelaat te werken aan de hand van opeenstapeling en montage.
De schilderwerken hebben een schijnbaar spontaan voorkomen, maar zijn in werkelijkheid wijselijk voorbereid en opgebouwd. Voordat hij aan een schilderij begint, stelt Sébastien Capouet een soort virtueel ‘klad’ op met behulp van een computerprogramma. Deze studie bestaat uit verschillende lagen, die elk overeenkomen met een actieplan uit het inventaris. Het gaat erom een vooraf bepaald protocol voor uitvoering neer te zetten. De kunstenaar moet erin slagen de verschillende gebaren en handelingen die hij zal moeten herhalen gedurende de vervaardiging van het schilderij te visualiseren en uit te beelden, vooraleer hij er aan begint.
Het personage één met het landschap
Het is dus uit dit onzekere geheugen van het materiële bestaan van een plaats dat de matrix van een fictie ontstaat: de integratie van een personage in een landschap en de oprichting van een schilderachtig dispositief. Het personage wordt geboren zoals de confectie van een kostuum, gemaakt van bij elkaar geraapte elementen tijdens de reis. Het gaat erom dat het personage, gevormd door materialen en texturen van diverse aard, een hybride karakter krijgt.
Soms resulteert dit in een ongelijksoortige samenstelling, die zelfs een absurd en dromerig aspect kan hebben. De personages, die slechts in de fotografische ruimte bestaan, worden voorgesteld als stilstaande en vastgelopen lichamen, altijd in de verlenging van hun omgeving.
De doeken zijn dus geschilderd zoals een palimpsest. Een procedé door nevenschikking die het samengaan van meerdere indrukken toelaat. Dit is een manier om herinneringen terug op te roepen, weer levend en aanwezig te maken. Meerdere schilderijen van diachronische aard, die behoren tot verschillende tijden, op een synchrone manier laten zien. Elk stadium van het schilderij in de maak is gefotografeerd en geregistreerd, wat op zich weer de inventaris aanvult, het geheugen opnieuw tastbaar maakt. Inventariseren om te verzinnen, daarna schilderen.